Zelfverzekerd voelen is natuurlijk als we de kennis hebben die de taak vereist. Zelfvertrouwen kan echter schadelijk zijn als we denken te weten wat we niet weten. Het kan echt problematisch zijn als we er een gewoonte van maken te doen alsof we het weten. Misschien omdat we het van onszelf eisen.
Er is ook een ander soort zelfvertrouwen, dat onnatuurlijk kan lijken. Ik denk aan een zelden opgemerkte vorm van zelfvertrouwen, die kan ontwaken juist wanneer we onzeker zijn over hoe te denken en te handelen. Maar hoe kan zelfvertrouwen ontstaan als we onzeker zijn? Het klinkt niet alleen onnatuurlijk, maar ook onlogisch. En was het niet schadelijk om in zulke situaties zelfvertrouwen te tonen?
Ik denk aan het zelfvertrouwen om net zo onzeker te zijn als wij, omdat onze onzekerheid een feit is waarvan we zeker zijn: ik weet het niet. Het is gemakkelijk om het feit over het hoofd te zien dat zelfs onzekerheid een realiteit is die in onszelf kan worden vastgesteld en onderzocht. Soms is het belangrijk om kennis te nemen van onze onzekerheid. Ook dat is bij de feiten blijven!
Wat gebeurt er als we onzekerheid niet vertrouwen als we onzeker zijn? Ik denk dat we dan geneigd zijn leiding te zoeken bij anderen, die lijken te weten wat wij niet weten. Het lijkt niet alleen natuurlijk, maar ook logisch. Het is natuurlijk redelijk om dat te doen, als relevante kennis elders ook daadwerkelijk aanwezig is. Het vragen aan anderen, van wie kan worden beoordeeld dat ze het beter weten, vereist ook een aanzienlijke mate van zelfvertrouwen en gezond verstand, te midden van onzekerheid.
Maar stel dat we instinctief de leiding van anderen zoeken zodra we onzeker zijn, omdat we op zulke momenten niet aan onzekerheid durven vast te houden. Wat gebeurt er als we altijd weglopen voor onzekerheid, zonder te stoppen en er aandacht aan te schenken, alsof onzekerheid iets ontoelaatbaars is? In zo’n veroordelende houding ten opzichte van onzekerheid kunnen kennis en zekerheid een eis worden waaraan volgens ons moet worden voldaan, naar onszelf en naar elkaar, al was het maar als een façade. We zijn dan terug waar we begonnen, in voorgewende kennis, die nu een collectief risicovol spel zou kunnen worden en niet alleen een individuele slechte gewoonte.
Collectieve kennisgames kunnen natuurlijk werken, als voldoende invloedrijke spelers de kennis hebben die de taken vereisen en kennis op een overzichtelijke manier wordt verspreid. Misschien denken we dat het mogelijk moet zijn om zo’n samenleving op te bouwen, een veilige kennismaatschappij. De vraag die ik me afvraag is hoe houdbaar dit op de lange termijn is, als de nadruk op zekerheid niet tegelijkertijd de nadruk legt op onzekerheid en bevragen. Niet om door te vragen, maar omdat onzekerheid ook een gegeven is dat aandacht behoeft.
In de filosofie en ethiek is het vaak de onzekerheid die het werk in de eerste plaats drijft. Dit klinkt misschien vreemd, maar zelfs onzekerheid kan worden onderzocht. Als we een voorlopige vraag stellen over iets waar we ons oprecht over afvragen, kunnen er al snel duidelijkere vragen rijzen waarover we ons blijven afvragen, en binnenkort zal het onderzoek beginnen. Het onderzoek komt tot leven omdat we onszelf durven te vertrouwen, omdat we onszelf tijd durven geven om na te denken, te midden van onzekerheid, die duidelijkheid kan worden als we er niet voor weglopen. Bij het onderzoek merken we natuurlijk dat we behoefte hebben aan meer kennis over specifieke vraagstukken, kennis die van anderen is opgedaan of die we zelf via empirisch onderzoek ontwikkelen. Maar het is niet alleen specifieke kennis die het onderzoek informeert. Het werk met de vragen die onze onzekerheid uitdrukken verheldert onszelf en maakt ons denken helderder. Kennis krijgt een weloverwogen context, waar het nodig is, die kennis verlicht.
Een ‘puur’ kennisspel is op de lange termijn nauwelijks houdbaar, als de eisen niet ook openstaan voor de andere kant van kennis, voor de onzekerheid die moeilijk van onszelf te scheiden is. Zo’n openheid vereist dat we niet alleen de regels van het spel vertrouwen, maar ook onszelf. Maar durven we onszelf te vertrouwen als we onzeker zijn?
Ik denk dat we durven, als we onzekerheid zien als een feit dat kan worden onderzocht en opgehelderd, in plaats van het te beoordelen als iets gevaarlijks dat geen feit mag zijn. Dan kan het gevaarlijk worden.